“Natuurinclusief ontwerpen” aan corporatiebezit Muwi 1, Vlaardingen

Natuurinclusief ontwerpen
Locatie: Ambacht wijk te Vlaardingen
In opdracht van: College van Rijksadviseurs
In samenwerking met: Maarten Schrama, WaterwegWonen & KAW
PERIODE: 2023
Status: ontwerpend onderzoek
Compleet rapport

Aanleiding/Opgave
“Zoeken naar een andere verhouding tussen mens en de omgeving… wat levert dat op in een herstructureringsopgave?” Een vraag die nodig is om richting de toekomst een ruimtelijk perspectief te bieden waarin we als ontwerpers actief bijdragen aan het vergroten van de biodiversiteit in onze leefomgeving. Het vraagt om een andere manier van ontwerpen, waarin we niet langer de mens centraal stellen, maar evengoed de niet-menselijke diersoorten. Dat vraagt dat we de ons omringende diersoorten en planten vele malen beter moeten leren kennen, en hun noden beter moeten gaan faciliteren. Weten wat zij (en daarmee wijzelf) nodig hebben, vergt onderzoek, observatie, en meer kennis van de wetten van biodiversiteit.
Aan de hand van een casus (stempelwijk MUWI 1 in Vlaardingen) is onderzocht hoe stedenbouwkundige structuren vanuit natuurinclusief oogpunt versterkt kunnen worden.

De locatie MUWI 1 ligt in de wijk Ambacht in Vlaardingen, een van de vele naoorlogse stempelwijken die Nederland rijk is. In deze wijk heeft woningbouwcorporatie Waterweg Wonen zo’n 700 sociale huurwoningen, die op korte termijn moeten worden gerenoveerd. Waterweg Wonen onderzoekt samen met KAW of deze renovatie ook gecombineerd kan worden met verdichting en de toevoeging van nieuwe soort woningen. Door het project aan te dragen bij het College van Rijksadviseurs, is door PeetersenDaan met Maarten Schrama een visie op toegevoegd. Als interdisciplinair team hebben we daarbij gezocht naar nieuwe manieren van natuurinclusief ontwerpen, die ook toegepast kunnen worden in andere wijken in Nederland.

De wijk MUWI 1 in Vlaardingen

De stempelwijk had als ideologie om door zijn grote groene ruimtes gezonde en sociale omgevingen voor mensen te maken. We zien vandaag de dag een verschuiving richting een ecocentrisch perspectief: veel beter de ecologie faciliteren, en de mens daarvan onderdeel laten zijn.

De V’s, die ecologen in Nederland gebruiken om op alle lagen biodiversiteit te stimuleren

Natuurinclusief ontwerpen betekent dat we de natuurlijke processen herkennen en benutten. Daarbij wordt in de ecologie gebruik gemaakt van een aantal principe’s om de ecologie binnen een gebied te versterken. Voedsel, vocht, veiligheid en voortplanting, variatie en verbinding. Wanneer alle V’s in een gebied aanwezig zijn of aan wordt voldaan, dan is er een basis voor de biodiversiteit om zich te ontwikkelen en een eigen ecosysteem op te bouwen. In het stedelijke gebied, met de casus MUWI in het achterhoofd, biedt het ecologische handvat Verbinding een goede ontwerpstart en focus in hoe we een natuurinclusieve wijk kunnen vormgeven. Dit start met waarderen met wat is (verbinden in tijd). Want als we MUWI analyseren dan zitten de natuurwaarden met name in de openbare ruimte en op de plekken waar deze plekken verbonden zijn met het omliggende landschap. Door deze ruimte niet te versnipperen en bestaande waardevolle boomstructuren hierin overeind te houden (verbinden in ruimte), ligt de basis voor een natuurinclusieve wijk er al. Dus behouden van wat van natuurwaarde is.

Handvatten Natuurinclusief in MUWI

Ecologische waarden als uitgangspunt
MUWI 1 is een wijk van zo’n 60 jaar oud. Een wijk waar verschillende generaties mensen en dieren hun plek hebben gevonden en bomen intussen gegroeid zijn tot indrukwekkende grootte en vormen. Door samen met een ecoloog naar de wijk te kijken, zijn de waardevolle bestaande groenstructuren en diersoorten in de wijk beeld gebracht. Als we kijken naar bestaande ecologische waarden is het bestaande boombestand belangrijk, omdat dat vaak al onderdeel is van een hele grote biodiversiteit in zo’n wijk. In Muwi 1 zien we daar een stevige boomstructuur, die – naast voorkomen van hittestress, ook van groot belang is voor de ondergronds structuur (micorizza/schimmels).

Door het nieuwe park op de plek van de doorlopende bestaande boomstructuur te leggen blijft de bestaande ecologie zoveel mogelijk in stand

Vleermuisroutes behouden, en versterken door toepassen van rechte lijnen, toegankelijke hoven van twee zijden (1 laags, met kruidenrijk dak)

Vleermuizennetwerk
Vleermuizen vragen specifieke kenmerken aan de stedelijke structuur. Hierin is het handhaven en versterken van de bestaande vleermuisroute van belang: Rechte navigeerlijnen langs gevels, begeleid door struweel. Door de gesloten bouwblokken aan te passen, waarbij het binnenterrein altijd vanaf twee zijden (door laagbouw met een intensief kruidenrijk dak) voor vleermuizen toegankelijk zijn, versterkt de ecologie en geeft tevens meer ruimtelijk diversiteit en herkenningspunten in de wijk.

doorsnede park midden (haagrijk)

De haag als natuurinclusief ontwerpmiddel
Een van de grootste redenen van teruggang in de biodiversiteit in het stedelijk gebied zit in het onderhoudsarm maken van de buitenruimte. Dit is een huidig cultuuraspect in onze samenleving. Willen we meer ruimte maken voor natuur, dan zullen we daar iets aan moeten veranderen. In de huidige
wijk zit de ecologische waarde ook sterk in het struweel van de randen van de “verwaarloosde” private tuinen. Door bij de herstructurering toe te werken naar een haagrijk middengedeelte, kunnen we toewerken naar een nieuwe structuur die de ecologische waarde van struweel op een nieuwe manier vormgeeft. De toepassing van hagen geeft veel flexibiliteit. Afhankelijk van de positie/bewoners kunnen de hagen privaat, gezamenlijk of gemeentelijk worden beheerd. Deze haagrijke hoofdstructuur voor mussen, insecten etc, kan vervolgens een diverse invulling kan krijgen: het pachten van “volkstuintjes”, het maken van een gemeenschappelijke tuin, een wild struweel of een hagenlabyrinth als spelelement komen in beeld als we de tuin loskoppelen van de woning. Dit zou een participatief oorsprong kunnen hebben: in overleg met de bewoners bepalen hoe de invulling is, hoe streng de hagen geschoren zijn, hoe wild of hoe hoog.

doorsnede park oost (water en wilgen)

Het water als verbinding
Door het water veel verder de wijk in te laten komen, zijn er op speciale plekken aanleidingen om juist de aanraking met het landschap een speelaanleiding of fysieke ervaring te kunnen laten zijn, en misschien wel weer te zoeken naar levende infrastructuren.

Uitbreiden van de bloesemboog

Uitbreiden Bloesemboog

Door toevoeging van hagen en andere beplanting wordt in de wijk de ‘bloesemboog’ zo lang mogelijk opgerekt worden. Door vroegbloeiers en laat-bloeiers toe te voegen als gele kornoeille, en hazelaar in het voorjaar, tot hondroos laat in het jaar, hebben vlinders en bijen grotere overlevingskans en meer energie om zich in de wijk voort te planten.

Aanbevelingen/Conclusies

Inzicht in de ecologische waarde biedt ruimtelijke aanknopingspunten om actief te ontwerpen ten behoeve van de biodiversiteit. Als we natuurinclusief ontwikkelen echt serieus nemen, moet dit aan het begin van het traject een plek aan tafel krijgen, op alle schaalniveaus. Je doet het er dus niet bij, en je voegt het later ook niet in. Het is onderdeel van je vertrekpunt. Door planten en dieren als een doelgroepen te beschouwen die gehoord willen worden, krijg je een heel ander perspectief op de wijk.