THEMA’S: MONUMENT, ECOLOGIE, ONTWIKKELING, WATERBERGING
LOCATIE: KAVALIER 6 MAGDEBURG
IN OPDRACHT VAN: MERA LANDSCHAPSARCHITEKTEN
PARTNERS: META ARCHITEKTUR MAGDEBURG
PERIODE: 2019
PRODUCT: Landschapsplan / Openbare ruimte – Visie / Schetsontwerp
Het Kavalier VI wordt omschreven als een ‘ zweietagiges Kasernenkasemattenkorps, in dem Teile des Fußartillerie-Regimentes Nr. 4 untergebracht waren. Het is een monument uit 1874, en maakt onderdeel uit van de westfront van de Magdeburger Kernfestung. Magdeburg goldt lange tijd als de best beveiligde stad van Pruisen, maar de wal verloor vlak na de bouw van deze vestingwerken haar militaire betekenis. Na jaren van oneigelijk gebruik dat ook waardevolle sporen heeft nagelaten, heeft de private opdrachtgever de ambitie het historische bouwwerk (direct naast het station gelegen) om te bouwen tot co-working space. In opdracht van MSB Landschapsarchitekten ontwikkelden we dit concept.
Bijzonder zijn de twee niveau’s van het gebied: het gebouw scheidt en verbindt tegelijk boven en onder. Een drie meter hoge aardelaag op het dak zorgde voor bescherming van het dak. Het opene gebied, boven, waar je uit kon kijken over het landschap, laat je ook vandaag nog de kwetsbaarheid voelen. Dit gedeelte is inmiddels volledig overwoekerd – de romantiek van het verval. Beneden, op stadsniveau, was je beschermd tegen vijandelijk vuur. Vandaag de dag tegen wind en lawaai van de Magdeburger Ring. Het plaveisel was oorspronkelijk van stampleem in plaats van steen, om te zorgen dat bij inslag er geen delen van het plaveisel los kwamen.
Het gebied wordt een actieve plek middenin de stad – ruimte voor werken, feesten, wandelen en uitkijken over de stad. Een nieuw pad voor voetgangers zet de plek weer in verbinding met de overige Kavaliere, en de Festungswall. In het gebied zijn regelmatig overstromingen. We maakten voor de opdrachtgever een plan dat antwoord geeft op de veranderende klimaatomstandigheden en de ecologisch waardevolle biotoop ontziet: een grote waterspiegel op het plein die vol kan lopen, maar die bij festivals of bijeenkomsten op het plein leeg blijft. Op het dak wordt de oorspronkelijke geometrische figuur weer afleesbaar: de voormalige ‘traversen’ worden door een nieuwe aanplant gemarkeerd. Hiermee ontstaan natuurlijke loggia’s – elk met zijn eigen functie – die uitkijken naar de Dom.