thema’s: cultuurhistorie, beschermd dorpsgezicht, toekomstige ontwikkeling
Locatie: Vlieland
In opdracht van: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en gemeente vlieland
periode: ’24
Aanleiding/Opgave
Oost-Vlieland is een dynamisch dorp dat ruimte wil bieden voor ontwikkeling. Daarbij wil de gemeente Vlieland de kernwaarden van het dorp behouden en waar mogelijk versterken. Om toekomstige ontwikkelingen goed en passend te begeleiden, is door PeetersenDaan in opdracht van Rijksdienst van Cultureel Erfgoed (RCE) en Gemeente Vlieland voor het beschermde dorpsgezicht een landschappelijke en cultuurhistorische analyse gemaakt. Dit als aanscherping van het Ruimtelijk Kwaliteitskader als onderdeel van de nieuwe Omgevingsvisie.
Ontwerpateliers
Onze analyse betrof zowel een cultuurhistorische analyse en een narratief, als een uiteenzetting van de belangrijkste ruimtelijke kernwaarden. Deze analyse hebben we vervolgens in een co-creatief proces met de omgeving en met cultuurhistorische en ruimtelijke experts gedeeld in ontwerpateliers op het eiland. Hierin is gezamenlijk gespiegeld of de kernkwaliteiten werden herkend en in hoeverre deze zouden kunnen worden aangepast. Daarbij is gezamenlijk geschetst op ruimtelijke opgaven die nu binnen het beschermde dorpsgezicht leven.
Narratief en kernwaarden
De ruimtelijke structuur van het dorp is mede gevormd door interacties tussen mens en natuur. Deze interacties hebben sporen achtergelaten binnen het landschap en hebben ieder een eigen betekenis die zij ontlenen aan de unieke verhoudingen tussen mensen en natuurlandschappen door de tijd heen. In Oost-Vlieland ontspringt dit narratief zich nadat het eerste dorp op het eiland West-Vlieland in 1736 verloren gaat door duinafslag.
Leven op Oost-Vlieland vond plaats op zijn eigen kenmerkende wijze. Door de schaarste van materialen werd het (soms aangespoelde) bouwmateriaal vaak hergebruikt en werd er compact gebouwd. De aaneengesloten gevelwanden en de leibomen in de Dorpsstraat creëerden luwte en een aangenaam microklimaat tegen de zeewind. Aan de zuidzijde was er in vroegere tijden een nauwe relatie met de zee, waarbij boothuizen en/of maritieme werkzaamheden plaatsvonden. Aan de noordzijde waren de duinen en via de oost-westelijk lopende Postweg vond handel plaats tussen de andere Waddeneilanden.
Doordat het eiland vooral uit duingronden bestond kende het eiland zeer beperkt akkerbouw. Naast de handel waren daarom de tuinen belangrijk als plek voor voedselvoorziening. Bijzonder daarbij was de tuin van het Armhuis waar gepensioneerde vissers hun kost verdienden. Samen met de kerk, begraafplaats en het gemeentehuis vormde het Armhuis een belangrijke ontmoetingsplek centraal in het dorp. De bomen rondom de begraafplaats en in de tuinen vormden daarbij een groene long, een plek voor bezinning, ontmoeting en rituelen.
Door de eeuwen heen werd het eiland smaller en smaller. In de negentiende eeuw staan de Vlielanders voor de dramatische keuze: het eiland opgeven of vechten. Mede ter bescherming van het Friese vasteland werd gekozen voor het laatste en begon Staatsbosbeheer met de aanplant van bomen en het inpolderen van Kroonspolder. Hiermee werd het eiland behouden en kon het eiland haar rol als onderdeel van de Friese kustverdediging blijven vervullen.
Met de aanplant van het bos aan de noordzijde van het dorp in de 19e eeuw kreeg het dorp meer beschutting en was er (o.a. door de kazerne en opkomend toerisme) meer werkgelegenheid. Dit leidde tot de uitbreiding van het dorp, waarbij ook veel sociale huurwoningen zijn toegevoegd. De uitbreidingen en inbreidingen hebben, samen met de dijkverhogingen, de relatie tussen de dorpskern en het landschap sterk veranderd. Tegelijkertijd zijn er veel waarden die het bijzondere ontstaansverhaal van Oost-Vlieland vertellen behouden gebleven.
Het beschermde dorpsgezicht kent een rijke ruimtelijke structuur met verschillende deelgebieden. In bovenstaande kernwaardenkaart zijn de primaire waarden gedefinieerd:
- Stedenbouwkundige structuur van aaneengesloten lintbebouwing aan de Dorpsstraat met een duidelijke zonering tussen hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken. Ze vormt luwte en afscherming van het omliggende landschap van duinen, bossen en water. Met kenmerkende hoogteverschillen richting de duinen en de zeedijk;
- Oost-west lopende wegenstructuur met dwars hierop de gloppen;
- Groene contramal van beplanting in de Dorpsstraat, achtertuinen, de tuin van het Armhuis en de begraafplaats, met centraal hierin het kerkplein;
- Markante gebouwen op bijzondere locaties, zoals de kerk, Noordwester, het voormalige gemeentehuis of het atelier op de dijk.
Deelgebieden
In het ontwerpatelier is ingezoomd op drie deelgebieden. Per deelgebied zijn ruimtelijke principes geformuleerd voor ontwikkeling. Bijvoorbeeld aan de wadzijde; in de achtertuinen van de Dorpsstraat zijn de afgelopen 50 jaar veel ontwikkelingen en uitbouwen geweest. Vanwege de afbreuk van deze bebouwing op het dorpssilhouet van het beschermde dorpsgezicht, is er in dit deelgebied behoefte aan meer regie op de ruimtelijke kwaliteit van de bebouwing en tuininrichting. De recente aanpassingen aan het dijkprofiel in het kader van de dijkverzwaring kunnen hierbij benut worden.